De lidstaten schrijven voor dat eenieder die materiële of immateriële schade heeft geleden ten gevolge van een onrechtmatige verwerking of van een andere handeling die onverenigbaar is met de krachtens deze richtlijn vastgestelde nationale voorschriften, het recht heeft van de verwerkingsverantwoordelijke of een andere volgens het lidstatelijke recht bevoegde autoriteit, vergoeding van de geleden schade te verkrijgen.